top of page

Problog 3

  • Manon Marcantuoni
  • 24 mrt 2019
  • 6 minuten om te lezen

Bijgewerkt op: 6 jun 2019


Week 5 (11 mrt – 17 mrt 2019)


Nieuwe week, nieuwe inzichten. Tijdens de wiskundelessen viel het me op dat de kleuters er enorm lang over deden om kwadraatsbeelden te tellen. Dit omdat de bolletjes (zoals de Vlaamse klassen ze kennen) kriskras door elkaar staan. Het is makkelijker als de bolletjes steeds in dezelfde volgorde worden weergegeven (zie foto). Zo kun je met een oogopslag het getal weten, zonder dat je daarvoor alle bolletjes hoeft te tellen. Ik besprak met Oliva de theorie rond de kwadraatsbeelden en ze vond het meteen goed. Ze kende de manier van het tellen nog niet, dus wou ze graag dat ik ze aanleerde in nursery class (basiscompetentie 5.1.). Dus, bracht ik Anna the ladybug mee naar de klas en leerde ik op deze manier de kwadraatsbeelden aan. Sommigen waren er meteen mee weg waardoor de rekensommen sneller werden opgelost. Voor de jongsten verliep het iets moeizamer. Het is voor hen dan ook een volledig nieuw concept. Ik vind het fijn dat Oliva deze theorie meeneemt in haar klas en verder zal oefenen op de kwadraatsbeelden (basiscompetentie 1.3.).


Verjaardagen, iets wat niet onopgemerkt voorbijgaat in onze Vlaamse kleuterklassen. Ook hier wordt dit uitgebreid gevierd. Ramadhani werd 5 jaar deze week. Er werd gezongen, een kroon gemaakt en getrakteerd. Dat laatste is niet altijd vanzelfsprekend voor sommige ouders. Ook niet in België. Niet iedereen kan het zich veroorloven om voor een hele klas een traktatie mee te geven met zijn kind. Oliva kocht met haar eigen inkomen koekjes en sapjes zodat Ramadhani toch zijn vriendjes kon trakteren. Zoals op Valentijn (zie persoonlijke blog: love is…) werd elk koekje door Ramadhani in de mond gestoken. Deze traditie kent hier veel waarde (5.2. De cultuurgebondenheid van zijn discipline zien)!


Vorige weken gingen Marie en ik de omgeving van de school verkennen. De Pepsi-fabriek ligt net om de hoek van de straat. Deze moesten we dus absoluut bezoeken. En dat deden we (basiscompetentie: organisatievermogen)! Dinsdag stond het bezoek gepland samen met Marie, teacher Paul en grade 6. Dit in functie van de aardrijkskundelessen die Marie geeft. We besloten dit samen te doen als co-teaching. Niet alleen voor de leerlingen, maar ook voor ons was dit een hele ervaring. Hier wordt nog veel hand -en bandwerk gedaan, terwijl in sommige Europese fabrieken veel meer zaken door machines en robotten worden uitgevoerd (3.1. Zich internationaal oriënteren). Dat het voor de leerlingen van grade 6 de eerste keer was dat ze op uitstap gingen, was overduidelijk. We hadden vooraf reeds afspraken gemaakt i.v.m. het bezoek. Deze werden echter niet nagekomen tijdens de rondleiding. Sommigen toonden weinig respect voor de gids die ons meenam in het hele proces van de drankjes. Ergens kan ik dit ook begrijpen. Dit is voor hen helemaal nieuw waardoor ze het niet gewoon zijn om dergelijke uitstappen te doen (4.5. Andere perspectieven onderzoeken). We sloten de tour af met een net gebrouwen frisdrankje. Hopelijk worden uitstappen zoals deze in de toekomst vaker gedaan. Ik vind het persoonlijk belangrijk dat leerlingen vertrouwd zijn met hun schoolomgeving (basiscompetentie 2.3.). Achteraf hielden we een quiz met grade 6 over de Pepsi-fabriek. Hier werd het ook meteen duidelijk wie tijdens de tour opgelet had en wie niet… ;-)

Week 6 (18 mrt – 24 mrt 2019)


De vlinders van het aanwezigheidsbord hangen eindelijk uit in de klas! Het heeft even tijd gekost voor ik 26 vlinders had gelamineerd… met het strijkijzer… Maar moeilijk gaat het ook. De kleuters van nursery waren erg fier als ze hun vlinder een plaatsje aan de muur mochten geven. Wanneer ik die stralende gezichtjes zag, wist ik meteen weer waarom ik kleuterjuf wil worden. Het systeem van een aanwezigheidsbord zullen we wel nog even moeten oefenen. Bij sommige kinderen duurt het heel lang voordat ze rechtstaan van hun krappe bankje, hun vlinder genomen hebben en deze opgehangen hebben aan de muur. Maar oefening zal kunst baren (basiscompetentie 1.6., 1.7. en 1.9.)!


We brachten deze week ook een bezoek aan Eunice Tondi. Zoals eerder vermeld is Eunice schepen van onderwijs in Arusha en werkt ze mee aan het project ‘Train the Trainer’. Ze gaf ons een rondleiding in het gebouw waar haar bureau is en stelde ons voor aan al haar medewerkers. Dat duurde wel even… Het is gek hoeveel mensen werken voor het onderwijs in Arusha. Voor elke functie die wij in België hebben, worden hier meerdere mensen voor ingezet. Wat uiteindelijk wel logisch is, want Eunice vertelde ons dat ze niet over dezelfde instrumenten beschikken als in België. Er wordt wel gewerkt met computers, maar vaak ook nog met handgeschreven documenten. Je kunt het bureau een beetje vergelijken met het schepencollege die wij per gemeente hebben. Alleen is het onderwijs bij ons een bevoegdheid van de Vlaamse regering, terwijl dat hier van een bepaalde regio is (3.2. Een eigen mening vormen over maatschappelijke of internationale onderwerpen en 3.3. Een eigen mening uiten over maatschappelijke of internationale onderwerpen).


Niet alleen in de klassen lesgeven, maar ook weten hoe het er achter de schermen aan toegaat, was zeker een meerwaarde (5.1. Zijn vakgebied in een internationale context kunnen plaatsen)!


Niet enkel op schoolvlak, maar ook daarnaast maakten we weer heel wat mee de afgelopen weken. Zo zaten we al twee dagen zonder elektriciteit én water. Dat we zonder stroom zitten, is dagelijkse kost en zijn we al gewoon. Maar twee dagen de kraan niet kunnen opendraaien, was toch even aanpassen. Ik besefte nu pas voor hoeveel zaken je water nodig hebt en hoe belangrijk het is in een huishouden (2.3. Culturele veerkracht en 4.4. Zich flexibel opstellen).

Mocht je me een maand geleden verteld hebben dat het soms hagelt in Tanzania, had ik je waarschijnlijk voor gek verklaard. Het is geen grapje, deze week vielen ijsbollen uit de Afrikaanse lucht. En nog geen kleintjes ook! Ongezien in België! Heel vreemd, want de temperatuur bleef hoog en het was erg plaatselijk. Deze weersomstandigheden hebben te maken met de opwarming van de aarde. Ook de extreem hoge tempraturen zijn hieraan te wijten. De lokale bevolking is het gewoon om in hoge tempraturen te leven, maar ook voor hen is het nu vaak puffen. Als ik hen vraag hoe dit komt, zegt iedereen steeds hetzelfde: ‘climate change’ (3.1. Zich internationaal oriënteren).


Maar over klimaatverandering en vervuiling gesproken… In de anderhalve maand dat ik in Arusha leef, heb ik zelden iemand zien rondrijden op een voertuig zonder uitstoot. Motoren en voertuigen zijn enorm verouderd. Ik heb nog geen enkele openbare vuilnisbak gezien. Petflessen liggen overal waar je kunt kijken en afval wordt gewoon verbrandt langs de weg.

De verbranding van fossiele brandstoffen is hier enorm. Hout, houtskool en steenkool wordt massaal gebruikt om te koken. Allemaal stoffen die bijdragen tot het broeikaseffect en dus deel uitmaken van de opwarming van de aarde. Zo zagen we tijdens het bezoek aan Arusha National School dat hun keuken tonnen houtskool gebruikt om de ovens en vuren te verwarmen. De ramen en het plafond van de keuken waren pekzwart. Voor de gezondheid van de koks, allesbehalve goed. En dat is in de scholen waar wij momenteel lesgeven, niet anders. De luchtvervuiling heeft bijkomend ook een grote impact op de gezondheid van de bevolking (3.2. een eigen mening vormen over maatschappelijke of internationale onderwerpen).


Ook al heeft het westen het grootste aandeel in de opwarming van de aarde, hier worden amper tot geen maatregelen ingezet om er iets aan te doen. Begrijpelijk natuurlijk, want het is grotendeels de schuld van de staat omdat de wetgeving hierrond niet streng genoeg is en een groot aantal van de bevolking nog zeer primitief leeft. Maar ook dit is dubbel. Want stel nu dat de wetgeving strenger wordt en de bevolking plots niet meer mag koken met fossiele brandstoffen. Dan wordt misschien de kans op leven van hen afgenomen omdat ze zich duurdere materialen niet kunnen veroorloven (2.1. Culturele zelfkennis, 2.9. Multiperspectiviteit en 3.3. Een eigen mening uiten over maatschappelijke of internationale onderwerpen).


Het begrijpen van het Swahili is soms nog een echte uitdaging. Het valt op dat wij woorden anders interpreteren. De kinderen van onze wijk komen altijd aangestormd als ze ons zien. Ze vroegen al enkele keren ‘pipi, pipi!’, waarop wij antwoordden: ‘Do you have to pee?’. De kinderen staarden ons steeds met een niet-begrijpende blik aan. Achteraf vertelde een local ons dat ‘pipi’ in het Swahili ‘snoep’ betekent. Oeps… (1.3. Gesproken tekst in een vreemde taal kunnen begrijpen).

Recente blogposts

Alles weergeven
Problog 6

Week 10 en 11 (15/04 – 28/04) Er even tussenuit voor de paasvakantie… Week 12 (29/04 – 05/06) Na een fantastische tweeweekse vakantie,...

 
 
 
Problog 5

Week 9 (08/04 – 14/04) De laatste week voor de Easter Holidays! Deze vallen een week later hier in Arusha dan bij ons in België. Maar...

 
 
 
Problog 4

Week 7 (25/03 – 31/03) Het einde van de maand, dat wil zeggen: monthly tests. Omdat ik de vorige weken had lesgegeven, maakte ik ook de...

 
 
 

Comments


© 2019 by Manon Marcantuoni. Proudly created with Wix.com

bottom of page